De ontwikkeling van agressie
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - april/ mei 2004
Al op zeer jonge leeftijd laten kinderen agressie zien. Bij baby's van een half jaar oud kan al agressie waargenomen worden. De eerste jaren komt agressie voort uit gewoon boos zijn. Het kind wil iets en wanneer het dat niet krijgt wordt het boos. Een ander kind krijgt dan ook niet een klap omdat het kind niet aardig gevonden wordt, maar omdat het net dat stuk speelgoed heeft wat de ander wil hebben.
Vanaf de leeftijd van 6/7 jaar wordt de agressie wel meer georiënteerd op de persoon, het kind krijgt nu wel een klap omdat het niet aardig gevonden wordt. Maar op deze leeftijd wordt de agressie vaak minder fysiek geuit en meer verbaal, ook onder invloed van de omgeving, fysieke agressie wordt bij het ouder worden steeds minder geaccepteerd. Verbale agressie is meer geaccepteerd op deze leeftijd. Er wordt gescholden, de ander wordt voor gek gezet of er wordt flinke kritiek geleverd. Fysieke agressie wordt het meest waargenomen bij jonge jongens. Maar op alle leeftijden wordt meer agressie waargenomen bij jongens dan bij meisjes.
Op de leeftijd van 6/7 jaar beginnen kinderen meer inzicht te krijgen in de bedoelingen en motieven achter het gedrag van anderen. Bij kinderen die erg agressief zijn hebben vaak moeite de bedoelingen van anderen te begrijpen. Deze groep kinderen nemen ook vaker agressie en boosheid bij anderen waar, dan een niet agressief kind waarneemt. De verklaring hiervoor is tweeledig. Agressieve kinderen nemen soms ten onrechte agressie of boosheid bij anderen waar. Maar agressieve kinderen lokken ook meer agressieve reacties uit dan niet agressieve kinderen.
Wanneer een kind na de peutertijd nog agressief is, blijft de agressie vaak redelijk stabiel bij het ouder worden. Bij het ontstaan en instant houden van agressief gedrag spelen zowel biologische als omgevingsfactoren een rol.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - april/ mei 2004
Al op zeer jonge leeftijd laten kinderen agressie zien. Bij baby's van een half jaar oud kan al agressie waargenomen worden. De eerste jaren komt agressie voort uit gewoon boos zijn. Het kind wil iets en wanneer het dat niet krijgt wordt het boos. Een ander kind krijgt dan ook niet een klap omdat het kind niet aardig gevonden wordt, maar omdat het net dat stuk speelgoed heeft wat de ander wil hebben.
Vanaf de leeftijd van 6/7 jaar wordt de agressie wel meer georiënteerd op de persoon, het kind krijgt nu wel een klap omdat het niet aardig gevonden wordt. Maar op deze leeftijd wordt de agressie vaak minder fysiek geuit en meer verbaal, ook onder invloed van de omgeving, fysieke agressie wordt bij het ouder worden steeds minder geaccepteerd. Verbale agressie is meer geaccepteerd op deze leeftijd. Er wordt gescholden, de ander wordt voor gek gezet of er wordt flinke kritiek geleverd. Fysieke agressie wordt het meest waargenomen bij jonge jongens. Maar op alle leeftijden wordt meer agressie waargenomen bij jongens dan bij meisjes.
Op de leeftijd van 6/7 jaar beginnen kinderen meer inzicht te krijgen in de bedoelingen en motieven achter het gedrag van anderen. Bij kinderen die erg agressief zijn hebben vaak moeite de bedoelingen van anderen te begrijpen. Deze groep kinderen nemen ook vaker agressie en boosheid bij anderen waar, dan een niet agressief kind waarneemt. De verklaring hiervoor is tweeledig. Agressieve kinderen nemen soms ten onrechte agressie of boosheid bij anderen waar. Maar agressieve kinderen lokken ook meer agressieve reacties uit dan niet agressieve kinderen.
Wanneer een kind na de peutertijd nog agressief is, blijft de agressie vaak redelijk stabiel bij het ouder worden. Bij het ontstaan en instant houden van agressief gedrag spelen zowel biologische als omgevingsfactoren een rol.
Ouders hebben een grote invloed op hun kinderen. En in sommige gevallen leren ouders hun kind ongewild een agressieve reactie aan door aan te geven dat het kind maar terug moet slaan wanneer het gepest of geslagen wordt. Ook fysieke straf kan een kind leren dat agressie een normale reactie is wanneer je boos bent. dit wordt nog versterkt wanneer de straf onvoorspelbaar is, bijvoorbeeld omdat het kind de ene keer wel een klap krijgt en de andere keer niet of wanneer er doelloos geslagen wordt. Vooral een fysieke straf die het kind niet ziet aankomen of die zonder reden gegeven wordt kan agressie oproepen bij een kind.
Een kind dat agressief is, reageert vaak ook slecht op een (niet-fysieke) straf terwijl deze straf wel werkt bij een niet-agressief kind. Ouder en kind beïnvloeden elkaar en beïnvloeden beiden het ontstaan van de agressie bij een kind.
Maar ook de omgang met broertjes en zusjes kan van invloed zijn op het ontstaan van agressie. Wanneer een kind ervaart dat het jongere broertje van het speelgoed van het kind afblijft nadat het kind een paar keer een klap heeft gegeven aan het broertje, zal het vaker dit soort agressief gedrag laten zien, omdat het gedrag het kind dus voordeel oplevert.
Kinderen worden natuurlijk ook beïnvloed door factoren buiten het gezin. Maar ook hierbij spelen de ouders een rol. Bij het ontstaan van agressie is het van belang of de ouders zicht hebben op wat het kind buitenshuis doet en hoe het omgaat met anderen.
Een belangrijke beïnvloeding buiten het gezin kan de televisie zijn. Agressie op tv kan een heel verkeerd beeld bij het kind geven. Het kind gaat agressie als effectief en acceptabel beschouwen. Ook worden kinderen die vaak agressie zien op tv het als meer normaal beschouwen.
Hierbij is wel de leeftijd van het kind van belang. Wanneer een kind op de leeftijd is dat het verschil kan maken tussen de werkelijkheid en fantasie heeft het zien van agressie op tv minder effect, omdat het kind beseft dat het hier niet altijd de werkelijkheid betreft. Het is dan van belang of het werkelijke agressie betreft zoals bijvoorbeeld in het journaal of fantasie zoals in een film. Het is dan ook heel belangrijk om het kind te leren onderscheid te maken tussen wat echt is en wat een film is. Mee kijken met het kind is dan ook zeer gewenst, zeker bij wat jongere kinderen. En ook heel belangrijk is dat de ouder tijdens het kijken de agressie afwijst.
Bij het ouder worden van het kind neemt het cognitieve kunnen (het denk- en beredeneervermogen) van het kind ook toe waardoor het kind ook beter het vermogen krijgt de relatie tussen actie en gevolg te zien. In veel films is niet altijd zo duidelijk dat agressie in de werkelijkheid vaak nare gevolgen heeft en dan niet enkel voor het slachtoffer. Door hier als ouder ook met het kind over te praten, kan de invloed van agressie op tv beperkt worden.
Biologie
Maar niet alleen factoren buiten het kind bepalen de agressie van het kind. Kinderen verschillen ook sterk in temperament. Bij baby's zien we al verschil in prikkelbaarheid en onvoorspelbaarheid. Een prikkelgevoelige onvoorspelbare baby kan zich ontwikkelen tot een wat agressiever kind. Maar ook tot een wat angstiger of hyperactiever kind.
En daarbij moet ook in het achterhoofd gehouden worden dat een prikkelbaar onvoorspelbaar kind ook zal leiden tot een andere manier van opvoeden door de ouders wat ook invloed kan hebben op de manier waarop het kind omgaat met agressie.
Een geheel andere biologische factor die invloed heeft op agressie, is de hoeveelheid testosteron die gemeten wordt bij een jongen in de puberteit. Deze hoeveelheid verschilt per jongen.
De biologische factoren zorgen niet op zichzelf staan voor meer of minder agressie bij een kind. Maar het heeft wel een invloed op hoe het kind zich ontwikkelt en zo indirect toch invloed op de ontwikkeling van een agressie.
Zo bepaald het temperament welke activiteiten een kind zal kiezen. Een kind kind wat kiest voor voetbal zal hierbij beduidend meer in aanraking komen met agressie dan een kind wat kiest voor muziekles.
Ouders hebben invloed op het ontstaan van agressie maar kunnen dus ook controle uitoefenen over de agressie van hun kind en hun kind agressie afleren.
Sommige ouders bieden hun kind de mogelijkheid om agressie op een veilige manier te uiten. Ze laten hun kind 'even stoom afblazen' door op een kussen of boksbal te slaan of schoppen. Maar deze methode om agressie te kanaliseren wordt niet ondersteund door onderzoek. Het lijkt er zelfs op dat deze methode juist agressie doet toenemen omdat het kind het uiten van boosheid in slaan en schoppen als normaal gaat beschouwen. Maar hoe kunnen ouders hun kind dan wel begeleiden zodat agressie afneemt of niet ontstaat?
In de eerste plaats kan het helpen een kind uitleg te geven waarom andere mensen zich gedragen zoals zij zich gedragen (b.v. hij was moe en reageerde daarom zo kortaf, zij werd gepest en werd toen boos toen jij een grapje maakte). Door het gedrag van een ander waardoor het kind boos is geworden te verklaren, krijg het kind begrip voor de beweegredenen van de ander en wordt hierdoor minder boos.
Heel belangrijk is het om kinderen alternatief probleemoplossend gedrag aan te leren. Kinderen moeten leren problemen met anderen mensen op te lossen op een manier zonder agressie. Door het kind steeds weer te wijzen op het verkeerde aan een agressieve reactie en meteen te vertellen hoe het kind wel de situatie had kunnen benaderen, leert het kind het wel kan en moet reageren wanneer het kind boos gemaakt wordt.
Ook is het goed om het kind bewust te maken van de gevolgen van agressie, zowel voor het slachtoffer als ook voor het kind zelf. Maar sommige erg agressieve kinderen zijn juist niet gevoelig voor leed wat zij een ander aan doen of zijn er zelfs op uit juist dit leed aan te richten. In dat geval moet het kind eerst geleerd worden met anderen in te voelen.
Maar niet alleen door het kind zelf te begeleiden kan agressie tegen gegaan worden, ook door veranderingen in de omgeving te brengen kan agressie tegen gegaan worden of ingeperkt worden. Door de omgeving waarin hert kind leeft rustig te houden (niet te veel rondslingerend speelgoed, niet te veel lawaai etcetera) kan veel bereikt worden. Het tegen gaan van stress speelt ook een zeer belangrijke rol bij het tegen gaan van agressie. In de schoolsituatie kunnen kleinere klassen en minder competitie zorgen voor meer rust waardoor er minder agressie voor komt. Maar ook zaken als minder agressief speelgoed, kritischer tv-kijken en bepaald speelgoed dubbel zodat het niet gedeeld hoeft te worden kan ook veel invloed hebben op de afname van agressie.
Agressie is iets wat zich bij bijna ieder kind ontwikkelt, maar wat zich onder invloed van de omgeving verder kan ontwikkelen of juist weer kan afnemen naarmate het kind ouder wordt. De ontwikkeling van agressie is dan ook iets wat om aandacht vraagt zodat een kind kan leren omgaan met de eigen agressie.
De volgende boeken over agressie zijn goed te gebruiken om een gesprek te starten met uw kind over dit gedrag.
Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Niet slaan, Anna, Kathleen Amant (1 tot 3 jaar)
- Niet bijten Anna, Kathleen Amant (1 tot 3 jaar)
* Ik ben woedend - Dagmar Geisler (4 tot 7 jaar) (zie ook onze recensie)
* Is er dan niemand boos?, Toon Tellegen (5 tot 8 jaar)
* Wat kun je doen als je te snel boos bent - Dawn Heubner (geschikt vanaf ± 6 jaar)
* Hoe krijg ik die boosheid onder controle?, Raychelle Cassada Lohmann (13 tot 16 jaar)
* Een vulkaan in mijn buik, kinderen leren omgaan met woede - een praktische gids voor ouders, hulpverleners en docenten, Warwick Pudney
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis
Literatuurlijst :
Hetherington, E.M. & Parke R.P. (1986) H16, Childpsychology, a contemporary viewpoint.