Goed omgaan met emoties
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - januari 2014
Wanneer een baby bij een kleine tegenslag huilt (de fles melk komt niet snel genoeg, de luier is nat), zal niemand daar raar van opkijken of dit gedrag afkeuren. Maar wanneer het een jongere van vijftien betreft die bij een beetje pech (regen tijdens het naar huis fietsen, het gewenste sap is niet in huis) in tranen uitbarst, kijken we daar heel anders tegen aan. Over een driftige peuter in de supermarkt is niemand verbaasd, maar bij een kind van tien dat gillend op de grond gaat liggen, trekken we toch onze wenkbrauwen op. We verwachten dat kinderen bij het ouder worden steeds beter controle krijgen over hun emoties en het gedrag dat hier mee samenhangt. Dit is niet iets dat vanzelf gebeurt, kinderen moeten dit echt leren. Het ene kind gaat dit makkelijker af dan het andere kind. Het (aangeboren) temperament speelt hierbij een belangrijke rol. En uiteraard zijn de voorbeelden die het kind krijgt in zijn/haar omgeving ook van groot belang. Kinderen leren veel van wat ze om zich heen zien. Wanneer een ouder zelf soms moeite heeft de emoties onder controle te houden, is het begrijpelijk dat het kind hier ook moeite mee heeft. Een bekend voorbeeld is: je kind schreeuwend vertellen dat hij niet zo mag schreeuwen is weinig overtuigend.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - januari 2014
Wanneer een baby bij een kleine tegenslag huilt (de fles melk komt niet snel genoeg, de luier is nat), zal niemand daar raar van opkijken of dit gedrag afkeuren. Maar wanneer het een jongere van vijftien betreft die bij een beetje pech (regen tijdens het naar huis fietsen, het gewenste sap is niet in huis) in tranen uitbarst, kijken we daar heel anders tegen aan. Over een driftige peuter in de supermarkt is niemand verbaasd, maar bij een kind van tien dat gillend op de grond gaat liggen, trekken we toch onze wenkbrauwen op. We verwachten dat kinderen bij het ouder worden steeds beter controle krijgen over hun emoties en het gedrag dat hier mee samenhangt. Dit is niet iets dat vanzelf gebeurt, kinderen moeten dit echt leren. Het ene kind gaat dit makkelijker af dan het andere kind. Het (aangeboren) temperament speelt hierbij een belangrijke rol. En uiteraard zijn de voorbeelden die het kind krijgt in zijn/haar omgeving ook van groot belang. Kinderen leren veel van wat ze om zich heen zien. Wanneer een ouder zelf soms moeite heeft de emoties onder controle te houden, is het begrijpelijk dat het kind hier ook moeite mee heeft. Een bekend voorbeeld is: je kind schreeuwend vertellen dat hij niet zo mag schreeuwen is weinig overtuigend.

Goed kunnen omgaan met emoties is heel belangrijk voor het welbevinden. Wanneer een kind bij iedere tegenslag overspoeld wordt door emoties, zal hij/zij zich vaak niet prettig voelen. Het zal dan ook heel moeilijk zijn om doelen te bereiken of tegenslagen te overwinnen. Maar ook voor de sociale omgang is het zeer belangrijk dat een kind leert omgaan met zijn of haar emoties. Een basisschoolleerling die snel huilt of boos wordt zal meer moeite hebben aansluiting te vinden bij leeftijdgenoten dan een kind dat zijn/ haar emoties meer leeftijds-adequaat kan uiten.
Maar leren omgaan met emoties houdt meer in dan je emoties onder controle houden. Een kind dat leert omgaan met emoties, moet allereerst leren de eigen emoties te herkennen en uit elkaar te houden. Vooral jonge kinderen verwarren gevoelens als teleurstelling, boosheid en verdriet nog wel eens met elkaar. Een peuter kan enorm staan stampvoeten omdat zijn ijsje op de grond gevallen is. Uiteraard kan het dat het bewuste jongetje echt boos is over het vallen van het ijs, maar de kans is groter dat het jochie eigenlijk vooral verdrietig is. Wanneer kinderen leren hun emoties te herkennen en uit elkaar te houden, zien we dat ze ook steeds beter leren hun gevoelens op een juiste, gepaste manier te uiten. Wanneer de peuter met het ijsje eenmaal begrijpt dat het verdriet is wat hij voelt, zal hij dit uiten in plaats van boos te worden. En zijn omgeving zal daar waarschijnlijk met meer begrip op reageren dan op boosheid.
Al zal ook zijn boosheid best begrepen worden door de volwassenen om hem heen. Want volwassenen hebben geleerd de emoties van anderen te begrijpen en hier mee om te gaan. De ouder van het jochie begrijpt best dat zijn/ haar kind eigenlijk verdrietig is over het vallen van het ijs en zal hier met troost en geruststelling op reageren. En daarmee komen we op nog een belangrijk aspect van het leren omgaan met emoties, namelijk het herkennen van emoties bij anderen en hier op een goede manier op reageren. Daarbij hoort ook het leren begrijpen dat een ander dingen anders kan ervaren en voelen. Stel dat een kleuter zelf helemaal niet bang is in het donker, dan zal hij/zij evengoed moeten leren begrijpen dat een vriendje dat wel kan zijn. Ook een belangrijk aspect van omgaan met emoties. Want wanneer de bovenstaande kleuter grapjes blijft maken of blijft lachen terwijl zijn vriendje huilt van angst, zal dit al snel tot ruzie leiden. Terwijl het jochie misschien met de beste bedoelingen lacht (om zijn vriendje op te vrolijken) of lacht vanuit een gevoel van onzekerheid en niet weten wat hij aan moet met de situatie. Het kind uit zijn werkelijke emoties niet op een juiste manier of past zijn reactie niet aan de emoties van het vriendje.
Het omgaan met en onder controle houden van emoties kan in zijn algemeenheid heel lastig zijn voor kinderen. En we zien dat kinderen met AD(H)D, ODD of autisme nog meer moeite hebben met het reguleren van hun emoties.

Over het algemeen zijn het niet de emoties die voor problemen zorgen, maar het gedrag dat voortkomt uit deze emoties. Ouders zullen over het algemeen niet boos zijn over de emotie die hun kind ervaart (een meisje mag boos zijn op haar broertje voor het omgooien van de toren), maar over het gedrag dat hij/zij laat zien om de emotie te uiten (het slaan van het broertje). Bij het aanpakken van ongewenst gedrag als gevolg van emoties, is het dan ook belangrijk een duidelijk onderscheid in te maken tussen emotie en gedrag. Het meisje in het voorbeeld kan zich enorm onbegrepen voelen wanneer zij het idee krijgt dat zij niet boos had mogen worden op haar broertje. Terwijl zij het veel beter zal begrijpen, wanneer haar ouder aangeeft te snappen dat zij boos werd, maar wel uitlegt dat zij niet had mogen slaan. Het is belangrijk dat kinderen leren dat het gedrag dat voortkomt uit hun emoties soms afgekeurd wordt, maar dat hun gevoelens er altijd mogen zijn.
Overigens hebben kinderen soms ook hulp nodig bij het begrijpen van hun eigen emoties. Zoals hier boven gezegd, verwarren kinderen bepaalde emoties nog wel eens. Het kan dan enorm helpen wanneer je als ouder benoemt welk gevoel je waarneemt bij je kind. Door dit te benoemen en samen te kijken waar deze emotie vandaan komt, kan je helderheid voor je kind scheppen. Want misschien had die klap aan het broertje eigenlijk niet zo veel te maken met die omgegooide toren. Misschien was het meisje al verdrietig thuis gekomen uit school, door een ruzie met een vriendinnetje. Door samen met je kind te kijken wat hij/zij voelt en waar deze gevoelens vandaan komen kan veel duidelijkheid gecreëerd worden, voor het kind maar ook voor de ouder. Vanuit die duidelijkheid kan dan gekeken worden hoe op een andere, betere manier uiting gegeven kan worden aan de emoties. En soms kan ook besloten worden dat de gevoelens van het kind eigenlijk niet nodig zijn. Hij/zij denkt bijvoorbeeld dat de ouder boos is, terwijl deze alleen afgeleid was en hierdoor kortaf reageerde. Of het kind is boos op een vriendje omdat hij een opmerking van een vriendje verkeerd begrepen heeft. En zo leren kinderen ook weer beter de emoties van anderen herkennen en hier mee om te gaan.
Het benoemen van emoties speelt dus een belangrijke rol bij het aanleren van emotieregulatie (= het vermogen controle te houden over emotionele reacties). Het is goed om al bij je baby de emoties te benoemen die je waarneemt. Begrijpelijk hebben baby's nog weinig invloed op hun emotionele reacties, ze reageren nog geheel van uit hun impulsen. Al zien we al vrij snel dat ook deze zeer jonge kinderen hun emoties kunnen aandikken, om zo hun zin te krijgen. En vanaf een maand of negen zien we dat baby's zichzelf ook kunnen geruststellen met een speen, doekje of knuffel. Het kindje begint zo al wat grip te krijgen op de eigen emoties.
Op de peuterleeftijd zien we dat het kinderen steeds beter gaat lukken emoties op een goede manier te uiten. Al is dit natuurlijk best nog heel lastig voor peuters en is het echt niet vreemd wanneer een peuter nog slaat of bijt uit boosheid of frustratie.
Bij het verkrijgen van controle over de emoties, speelt de taalontwikkeling een belangrijke rol. Wanneer een kind eenmaal kan zeggen dat hij/ zij boos of verdrietig is en kan vertellen waarom, geeft het hiermee al een eerste uiting aan deze gevoelens.
Benoem ook je eigen emoties ('Ik ben erg boos dat je dat gedaan hebt', 'Ik ben een beetje verdrietig vandaag omdat het niet goed gaat met de hond van oma' etc.) en die van mensen om je heen.
Uit het benoemen van emoties volgt dan vanzelf het praten over emoties, een tweede belangrijk punt bij het aanleren controle te krijgen over emoties. Door de eerste signalen die je als ouder waarneemt ("Volgens mij zit je iets dwars") al te benoemen, leert je kind deze signalen eerder zelf te herkennen. En dat maakt het makkelijker er over te praten en er controle over te houden. Wanneer iemand eenmaal overspoelt is door emoties, is praten vaak moeilijk. Het gesprek kan dan beter uitgesteld worden tot een moment dat het kind gekalmeerd is. Dan kan het geholpen worden andere oplossingen te verzinnen om emoties te uiten en om te gaan met problemen waar hij/ zij tegen aanloopt. Als je je kind hier zelf over na laat denken, hoef je vaak niet eens te benoemen wat er fout ging. Meestal weten kinderen best dat ze verkeerd gereageerd hebben, ze weten alleen niet hoe ze anders kunnen reageren. Door ze hierbij op weg te helpen kan veel bereikt worden. Zo kunnen nieuwe manieren van reageren bedacht worden of manieren om de emoties beter onder controle te houden (b.v. tot tien tellen, op een kussen slaan, diep adem halen, even naar een rustige plek gaan etc.).
Vaak liggen aan heftige emoties ook negatieve gedachten ten grondslag: 'Niemand vindt mij leuk' 'Ik doe alles toch verkeerd', 'Ik kan niks'. Door te praten over deze negatieve gedachten en het kind te helpen deze om te zetten in meer positieve gedachten ('Het is niet erg om fouten te maken, daar leer ik van', 'Als ik mijn best doe, lukt het vast' 'Ik kan het in ieder geval proberen.') kan het kind leren meer controle te krijgen over zijn/ haar emoties, omdat het negatieve gevoelens kan ombuigen naar meer positieve gevoelens.
Wanneer het je kind dan lukt op een goede manier om te gaan met flinke emoties, is het belangrijk dit te zien en hier waardering voor te uiten.

En als je dan het gevoel hebt dat je kind echt controle begint te krijgen over zijn/ haar emoties en dat hij/zij er goed in slaagt ook rekening te houden met de emoties van anderen, dan dient de puberteit zich aan. Plotseling is je kind weer een vat vol emoties en frustraties. Simpele regels kunnen plotseling voor ellenlange discussies zorgen en een (misschien wat flauw) grapje kan tot een explosie van woede leiden.
In de puberteit zien we vaak dat kinderen weer meer worstelen met hun emoties. Ten eerste kan dit komen doordat hun emoties sterker binnen komen door alle hormoonveranderingen in hun lijf en de onzekerheden waar de puberteit vaak mee gepaard gaat. Ten tweede zien we in de puberteit dat het gebied dat verantwoordelijk is voor de impuls-controle zich minder snel ontwikkelt dan andere gebieden in de hersenen. De jongere handelt sneller bij impulsen en impulsen worden vaak ingegeven door emoties.
Wanneer een puber moeite heeft met emotieregulatie, zullen de bovenstaande adviezen niet meer van nut zijn, deze zaken zal het kind echt wel al geleerd hebben. Omgaan met een jongere die moeite heeft met het onder controle houden van emoties, vraagt dan ook om een andere aanpak.
Eenmaal op de puberleeftijd willen kinderen steeds meer zelf bepalen en zelfstandig zijn. Veel emotionele uitbarstingen zijn dan ook te voorkomen door inspraak te geven en de jongere te betrekken bij het opstellen van de regels. Waarbij regels dus eigenlijk afspraken worden. Er is niets mis mee een beetje te onderhandelen met je puber.
En niet alles hoeft ook gevangen te worden in regels en afspraken. Op de puberleeftijd kan je kind ook gewoon bepaalde verantwoordelijkheden aan. Soms is het veel effectiever een jongere zelf de gevolgen van zijn/ haar gedrag te laten ervaren, dan een verbod uit te spreken. Uiteraard is een verbod soms gewoon noodzakelijk, maar probeer niet te veel te verbieden. En hou ook rekening met de agenda van je kind. Tegen een achtjarige kan je 's ochtends nog zeggen: "Je kan vanmiddag niet afspreken hoor, we moeten naar de tandarts", bij een jongere van vijftien is de kans groot dat je te laat bent en dat de mededeling van een tandartsbezoek tot grote frustratie en boosheid leidt. Kondig verplichtingen (artsbezoek, familiebezoek etc.) ruim van te voren aan zodat je kind hier rekening mee kan houden bij het plannen van activiteiten en schoolwerk. Zo kunnen veel emotionele uitbarstingen voorkomen worden.
Boeken voor kinderen en jongeren over emoties. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Het kleurenmonster, Anna Llenas (4 tot 6 jaar)
- De kleur van emoties, Anna Llenas (4 tot 6 jaar)
- Emowijzer, Yvonne C. Franssen (3 tot 12 jaar) (onze recensie)
- In mijn kleine hart, Jo Witek (4 tot 6 jaar)
- Vandaag voel ik me..., Madalena Moniz ( 4 tot 8 jaar)
- Dit ben ik-tas, Mijn tas & ik (6 tot 12 jaar)
- Alles wat ik voel, Stine Jensen (10 tot 13 jaar)
Spelletjes en andere ondersteuningsmogelijkheden :
- Het Kleurenmonster - Bordspel, Purple Brain
- Woezel & Pip - Hoe voel je je?, Dromenjager
- Lekker in je vel spel, coachingkaartjes, Marja Baseler
- Wat voel je? Wat denk je?, 55 emotiekaarten, Adinda de Vreede
- Emoties beter begrijpen inzichtkaarten, Andrea Harnn
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Stel uw vraag of advies aan huis
Informatie voor dit artikel komt uit:
Guare, R., Dawson, P. en Guare, C. (2013). Slim maar..., Hogrefe, hoofdstuk 11, blz 173 -184
Webster - Stratton, C. (2007) Pittige jaren, Bohn Stafleu van Loghum, hoofstuk 9, blz 144 - 160
Foto: Jenny Downing, D.Sharon Pruiitt