Je baby weigert de fles
Wat kun je eraan doen?
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - juli 2024
Wat kun je eraan doen?
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - juli 2024
Pasgeboren baby's hebben een aantal aangeboren voedingsreflexen. De zoek-en-hapreflex zorgt ervoor dat je kindje het hoofdje draait in de richting waar hij/zij een prikkel ervaart. Wanneer je over de wang van je baby aait, zal hij/zij zijn/ haar hoofdje naar die kant draaien. De zuigreflex zorgt ervoor dat je baby gaat drinken. Hierop volgt direct de slikreflex. Een minder bekende reflex is de handpalmreflex. Wanneer je de handpalm van je kindje aanraakt, sluit hij/zij zijn/haar handje en maakt tegelijkertijd zuigbewegingen. Tegelijkertijd wordt het spijsverteringsstelsel gestimuleerd.
Deze voedingsreflexen zorgen ervoor dat je kindje kort na de geboorte meteen instaat is aan de borst of uit een flesje te drinken. Het sabbelen gebeurt instinctief en, los van het juist aanleggen bij borstvoeding of het goed in het mondje stoppen van de flessenspeen, hoef je als moeder weinig te doen. Maar deze reflexen nemen af naarmate je baby ouder wordt en zijn meestal zo rond de drie maanden verdwenen. Wanneer je op deze leeftijd je zoontje of dochtertje wilt gaan laten wennen aan zo af en toe een flesje, dan kan dat een flinke uitdaging opleveren. De kans is dan zeker aanwezig dat je baby de fles zal weigeren.
Deze voedingsreflexen zorgen ervoor dat je kindje kort na de geboorte meteen instaat is aan de borst of uit een flesje te drinken. Het sabbelen gebeurt instinctief en, los van het juist aanleggen bij borstvoeding of het goed in het mondje stoppen van de flessenspeen, hoef je als moeder weinig te doen. Maar deze reflexen nemen af naarmate je baby ouder wordt en zijn meestal zo rond de drie maanden verdwenen. Wanneer je op deze leeftijd je zoontje of dochtertje wilt gaan laten wennen aan zo af en toe een flesje, dan kan dat een flinke uitdaging opleveren. De kans is dan zeker aanwezig dat je baby de fles zal weigeren.
Wanneer je op een gegeven moment de overstap naar flesvoeding wilt gaan maken of je wilt afgekolfde melk met een flesje gaan geven, dan is het dus verstandig op tijd te starten met oefenen, voordat de voedingsreflexen zijn verdwenen. Ook wanneer je nog een aantal weken volledig bij je kindje kunt blijven en dus nog zelf kunt voeden, is het verstandig juist dan al te gaan oefenen met het flesje. Door op tijd te beginnen kan je nog gebruik maken van het instinctief sabbelen en gun je je baby en jezelf ook de tijd om rustig te oefenen. Wanneer je baby dan toch de fles weigert heb je alle tijd om te zoeken naar oplossingen.
Het beste moment om te starten met oefenen met het flesje is rond de vijf/zes weken. De borstvoeding zal tegen die tijd goed lopen en de kans op tepel-speen-verwarring is tegen die tijd kleiner.
Wanneer je start met het aanbieden van een flesje, dan is het goed dit niet te doen op een moment dat je kindje al veel honger heeft. Dit lijkt misschien een goed moment "want als hij/ zij honger heeft zal hij/zij vast meer gemotiveerd zijn te drinken". Maar het tegendeel blijkt waar. Een baby'tje dat erg hongerig is, wil zo snel mogelijk drinken en staat er dan niet voor open iets nieuws te proberen. Je kunt dus beter kiezen voor een moment dat je kindje nog niet zo hongerig is.
Wanneer je kindje nog wat slaperig is, kan het juist wel een goed moment zijn om eens een flesje aan te bieden. De kans op succes is dan wat groter omdat je baby wat minder alert is.
Probeer ook niet meteen een hele voeding met een flesje te geven. De eerste periode bied je het flesje echt alleen aan om je baby te laten wennen aan het drinken uit het flesje. Start dus met een klein beetje en zie eerst hoe dat gaat. Kindjes die borstvoeding krijgen drinken sowieso vaak meer kleinere voedingen op een dag dan kindjes die flesvoeding krijgen.
Het maakt ook uit of je naast de borstvoeding flesvoeding wilt gaan geven of afgekolfde melk. Wanneer je gekolfde melk geeft, is het goed om in het begin de melk direct na het kolven aan te bieden. Het smaakt dan het meeste zoals je kindje dat gewend is. Gekolfde melk die gekoeld is geweest en daarna opgewarmd smaakt net even anders. Uiteraard moet je kindje uiteindelijk ook leren wennen aan deze nieuwe smaak en dat zal na enige tijd ook best lukken. Maar in het begin, bij het wennen aan het flesje is het fijn wanneer de melk zo vertrouwd mogelijk smaakt.
Wanneer je langzaamaan de overstap naar flesvoeding wilt gaan maken (bijvoorbeeld omdat het kolven niet goed lukt of omdat je de borstvoeding wilt gaan afbouwen), zorgt de smaak van flesvoeding voor een extra uitdaging bij het wennen. Je kindje moet niet alleen wennen aan een andere manier van drinken, maar ook aan een andere smaak.
Een beetje kauwen op het speentje mag best. Het kauwen kan ervoor zorgen dat er wat melk uit het flesje komt, wat je kindje kan stimuleren te gaan drinken.
Soms helpt het ook om gebruik te maken van de zuigreflex, door je kindje eerst op je pink te laten sabbelen en dan de speen in het mondje te stoppen. Of je kunt eerst een paar slokjes aan de borst geven en dan overgaan op de fles. Sommige baby's accepteren dit goed, andere kunnen hier erg boos van worden.
De melk komt bij een speen vaak makkelijker dan uit de borst. Sommige kindjes hebben hier moeite mee en verslikken zich. Een speen met een kleiner gaatje kan dan uitkomst brengen. Het kan daarnaast ook helpen het flesje wat meer horizontaal te houden. Ook dan moet je kindje wat meer zijn/ haar best doen om te drinken, zoals hij/zij gewend is aan de borst.
Maar varieer niet te veel met soorten spenen en flessen. Je kindje moet de tijd krijgen om te wennen en wanneer je snel weer een andere speen of fles aanbiedt dan lukt dat niet. Geef het dus wat tijd voordat je besluit een andere speen of fles te gaan proberen.
Bij sommige baby's kan het helpen de speen een wat meer vertrouwde geur te geven door deze een tijdje in je BH te dragen of deze even te dopen in de borstvoeding.
Gebruik nooit dwang om je kindje te laten drinken. Wanneer je merkt dat je gefrustreerd raakt of dat je kindje overstuur raakt, dan is het tijd om te stoppen met het proberen voor die dag. Wacht dan wel ten minste vijftien minuutjes met het aanbieden van borstvoeding. Wanneer je direct na een weigering van de fles de borst aanbiedt, zal dit het wennen aan de fles niet bevorderen. Ook om deze reden is het dus verstandig om niet te wachten met het aanbieden van de fles tot je kindje honger heeft. Het nog even uitstellen van de borstvoeding moet geen straf worden.
Het is verstandig om niet te veel te wisselen van aanpak, maar soms kan een net even andere aanpak wel uitkomst brengen. Zo kun je de melk net even iets warmer of kouder aanbieden. De ene borstgevoede baby drinkt het liefste uit het flesje in dezelfde houding als tijdens de borstvoeding, terwijl de andere baby juist graag in een andere houding wordt geplaatst tijdens de fles. En de ene baby drinkt zowel bij borst als bij fles het beste bij de moeder, terwijl de andere baby het flesje misschien juist beter drinkt wanneer iemand anders deze aanbiedt.
En sommige kindjes drinken beter uit de fles wanneer ze wat afgeleid worden. Zing een liedje, praat tegen je kindje, laat een mobiel draaien, loop wat rond of houdt een speeltje of knuffeltje naast de fles. Varieer niet te veel, maar durf wel eens iets nieuws uit te proberen wanneer een aanpak niet lijkt te werken.
Wanneer het eenmaal lukt om je kindje uit de fles te laten drinken, is het verstandig regelmatig de fles te blijven aanbieden, ook als dat nog niet nodig is (bijvoorbeeld omdat je nog een paar weken verlof hebt of omdat de gelegenheid waarvoor je wilde kolven voorbij is et cetera). Zo blijft je baby gewend aan de fles.
Wat als het echt niet lukt?
Wanneer je merkt dat je baby moeite blijft houden met het drinken uit de fles, dan kan het goed zijn even de jeugdarts te bezoeken. Deze kan kijken naar de mondmotoriek van je kind je en op basis hiervan nog wat meer gerichte adviezen geven.
Wanneer het voeden met de fles echt niet lukt zijn er alternatieven. Zo kun je je kindje met een lepeltje voeden. Het helpt dan de voeding iets in te dikken, zodat deze makkelijk met een lepeltje te geven is. Maar je kunt de voeding ook in een tuitbekertje (geen anti-lek) of gewone beker aanbieden. Dit kan wat lastiger zijn voor je kindje en wat meer troep geven, maar wanneer het op die manier wel lukt je kindje te laten drinken dan is dat het zeker waard.
Of je kun kijken naar de mogelijkheden om toch zelf te blijven voeden. Zo kun je afspreken met je werkgever dat je één of twee keer per dag naar het kinderdagverblijf gaat om te voeden of dat de oppas naar jouw werk komt voor de voeding. De tijd die dat kost, zou anders ook kunnen gaan zitten in het kolven. Of je kunt kijken of je nog wat extra verlof kunt krijgen, zodat je kind al wat vaste voeding eet, wanneer je weer gaat werken.
We zien dat kindjes die overdag wat minder drinken omdat ze de fles weigeren en minder aan de borst kunnen drinken, dit 's avonds en 's nachts inhalen en hierdoor niets te kort komen.
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Stel uw vraag of advies aan huis