Jaloezie
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - juli 2010
Bijna ieder kind laat wel eens wat jaloezie zien. Omdat een vriendinnetje wel die bruidsbarbie heeft, omdat de buren een trampoline hebben of omdat een klasgenoot wel op mag blijven voor het voetbal. Jaloezie is een emotie die veel ouders afkeuren. Terwijl het een heel begrijpelijke emotie is en eentje die ook menig volwassene nog parten speelt. Want ook die buurman met die prachtige auto, die geweldige baan of die o zo romantische partner brengt menig ouder tot gevoelens van jaloezie. Alleen hebben we als volwassenen geleerd deze gevoelens voor ons te houden en te relativeren. Kinderen gooien hun jaloezie er uit, gaan mokken, zeuren of huilen. En dat roept juist de negatieve reactie van ouders op.
Wanneer een kind jaloers is op dat wat een ander heeft, die mooie brandweerauto, die grote lolly of die gave broek, dan is het heel duidelijk waarom het kind jaloers is. Maar vaak is helemaal niet zo duidelijk waarom het steeds weer jaloers is. Het kind zeurt dat een broer veel vaker zijn zin krijgt, altijd mag kiezen wat er gegeten wordt of veel vaker later naar bed mag, terwijl je als ouder er toch heel zeker van bent dat je dit eerlijk verdeelt. De jaloezie betreft dan niet zo zeer hetgeen de ander heeft, maar is meer een uiting van algehele afgunst. Het kind geeft ermee aan zich achtergesteld te voelen. Nu zijn - gelukkig - deze gevoelens achtergesteld te worden meestal niet terecht. Maar het is wel goed de gevoelens serieus te nemen. Door enkel boos te worden help je het kind niet om te gaan met gevoelens van jaloezie en deze te overwinnen. Vaak ligt er aan gevoelens van jaloezie en het gevoel achtergesteld te worden een negatief zelfbeeld ten grondslag. Het kind voelt zich minderwaardig en zoekt daarvoor bevestiging op de punten waarop het jaloezie uit. Het lijkt hiermee te zeggen: "Kijk maar, jullie vinden mij minder leuk, minder lief, want ik krijg minder".
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - juli 2010
Bijna ieder kind laat wel eens wat jaloezie zien. Omdat een vriendinnetje wel die bruidsbarbie heeft, omdat de buren een trampoline hebben of omdat een klasgenoot wel op mag blijven voor het voetbal. Jaloezie is een emotie die veel ouders afkeuren. Terwijl het een heel begrijpelijke emotie is en eentje die ook menig volwassene nog parten speelt. Want ook die buurman met die prachtige auto, die geweldige baan of die o zo romantische partner brengt menig ouder tot gevoelens van jaloezie. Alleen hebben we als volwassenen geleerd deze gevoelens voor ons te houden en te relativeren. Kinderen gooien hun jaloezie er uit, gaan mokken, zeuren of huilen. En dat roept juist de negatieve reactie van ouders op.
Wanneer een kind jaloers is op dat wat een ander heeft, die mooie brandweerauto, die grote lolly of die gave broek, dan is het heel duidelijk waarom het kind jaloers is. Maar vaak is helemaal niet zo duidelijk waarom het steeds weer jaloers is. Het kind zeurt dat een broer veel vaker zijn zin krijgt, altijd mag kiezen wat er gegeten wordt of veel vaker later naar bed mag, terwijl je als ouder er toch heel zeker van bent dat je dit eerlijk verdeelt. De jaloezie betreft dan niet zo zeer hetgeen de ander heeft, maar is meer een uiting van algehele afgunst. Het kind geeft ermee aan zich achtergesteld te voelen. Nu zijn - gelukkig - deze gevoelens achtergesteld te worden meestal niet terecht. Maar het is wel goed de gevoelens serieus te nemen. Door enkel boos te worden help je het kind niet om te gaan met gevoelens van jaloezie en deze te overwinnen. Vaak ligt er aan gevoelens van jaloezie en het gevoel achtergesteld te worden een negatief zelfbeeld ten grondslag. Het kind voelt zich minderwaardig en zoekt daarvoor bevestiging op de punten waarop het jaloezie uit. Het lijkt hiermee te zeggen: "Kijk maar, jullie vinden mij minder leuk, minder lief, want ik krijg minder".
Vaak belanden kinderen met hun jaloezie ook in een vicieuze cirkel. Het kind wil graag de aandacht en liefde van de ouders en heeft het gevoel deze minder te krijgen dan de anderen. Het uit dit door zich jaloers op te stellen. Dit roept irritatie en boosheid op bij de ouders. Het kind voelt zich hierdoor afgewezen en wordt hierdoor nog meer jaloers. Wat weer een reactie van de ouders oproept.
Jaloezie is vaak ook een motief voor ruzie tussen broertjes en zusjes. Beiden willen de aandacht en liefde van de ouders en ervaren elkaar als concurrenten hierin. Dit kan tot vervelende ruzies leiden. Maar het leren omgaan met jaloezie in de relatie met broertjes of zusjes kan ook leerzaam zijn. Kinderen leren door hun gevoelens van jaloezie voor zichzelf op te komen. Want soms zijn de gevoelens misschien wel terecht en is er inderdaad iets oneerlijk verdeeld. Anderzijds leert het kind, doordat het moet leren omgaan met de gevoelens van jaloezie, juist ook rekening te houden met een ander en te begrijpen waarom een ander soms iets heeft of mag, wat het kind zelf niet heeft of mag. Door gevoelens van jaloezie leert het kind ook ervaren dat hij/ zij binnen bepaalde beperkingen (b.v. een ouder kind mag soms meer) gelijk is aan anderen.
Ontwikkeling
Dat een peuter het speelgoed van een ander afpakt, gaat brullen wanneer een ander kind een spekkie heeft of heel boos kan reageren wanneer een leeftijdgenootje iets mag wat het kind zelf niet mag, daar kijken we niet zo vreemd van op. De meeste ouders zullen hier wel iets van zeggen, maar de gevoelens van het kind best begrijpen. Tot een jaar of vier zijn kinderen nog erg op zichzelf gericht en hebben er nog erg veel moeite mee zich in een ander te verplaatsen. Dat een ander kind ook behoeftes heeft, is nog maar moeilijk te bevatten voor een peuter. Een ander iets gunnen is er dan ook nog maar weinig bij en logischerwijs leidt dat tot gevoelens van jaloezie. Kinderen tot vier jaar kijken voornamelijk naar 'wat heb ik'. Vanaf een jaar of vijf gaan kinderen ook kijken naar wat anderen hebben en andere kinderen ook dingen gunnen, maar dan wel vooral vanuit het idee van 'iedereen even veel'. Het kind gunt het andere kind dus zeker zijn koek, als het zelf ook maar iets lekkers heeft.
Vanaf een jaar of zeven lukt het kinderen steeds beter zich in te leven in de gevoelens van anderen en zien we dat ze steeds meer in staat zijn een ander iets te gunnen, ook al heeft het kind dit zelf niet. Vanaf deze leeftijd wordt er meer gekeken vanuit het perspectief van 'wat iemand verdient'. Het kind begrijpt het wanneer het iets niet krijgt, omdat het niet doorgewerkt heeft of dat een klasgenoot een cadeautje krijgt omdat het een arm bezeerd heeft of de juf geholpen heeft.
Toch blijft ook op deze leeftijd jaloezie een moeilijk te begrijpen emotie voor een kind. Verdriet, boosheid, blijdschap en angst zijn duidelijke gevoelens die een kind goed begrijpt. Bij jaloezie komen meerdere emoties samen, zoals verdriet over wat het kind niet heeft, boosheid over wat een ander heeft en angst dat een ander liever gevonden wordt. Dit maakt het een complexe emotie waar kinderen niet altijd goed raad mee weten en niet altijd goed weten hoe dit te uiten.
Ouders hoeven zeker niet alles wat zij hun kinderen geven op een weegschaaltje te leggen. Er is niets op tegen wanneer het ene kind eens een keer iets krijgt wat het andere kind niet krijgt. Er kunnen vele redenen zijn waarom het ene kind net even iets mag, wat het andere kind niet mag. Maar ook wanneer er geen echte reden is, is het niet erg een van de kinderen eens iets extra's te gunnen. Zolang er op een ander moment maar weer eens iets extra's is voor het andere kind. Niet alles hoeft stuk voor stuk tegen elkaar afgewogen te worden maar er moet in zijn algemeenheid wel sprake zijn van een balans.
Het is dan ook goed om te kijken naar de gevoelens van jaloezie van het kind, te luisteren naar het kind en de gevoelens serieus te nemen. Laat het kind eerst vertellen wat hem of haar dwars zit voordat je het aanspreekt op het gedrag dat voortkomt uit jaloezie. Niet het jaloers zijn is verkeerd, maar het gedrag dat eruit voortvloeit, zoals zeuren, boos worden of af gaan pakken, is verkeerd. Door dit goed duidelijk te maken, help je je kind wijs te worden uit de eigen gevoelens en geef je het signaal dat de gevoelens van' jaloers zijn' wel mogen.
Wel moet uitgekeken worden dat het uiten van jaloezie niet een manier wordt om aandacht op te eisen. Het is dan verstandig niet te veel aandacht te besteden aan de jaloezie, vooral niet op het moment dat het kind die jaloezie uit. Beter is het dan om op een ander moment met het kind te praten over jaloezie in zijn algemeenheid. Zeker ook omdat steeds aandacht schenken aan de jaloezie ook een signaal naar het kind kan zijn dat er inderdaad reden is om jaloers te zijn, want 'waarom zou de ouder er anders steeds zoveel aandacht aan schenken'.
Juist door niet te zwaar te tillen aan de jaloezie, en dus ook niet boos te worden, maak je de situatie luchtiger zodat het kind de gevoelens van jaloezie weer los kan laten. Een beetje humor kan hierbij ook helpen. Zo kun je de pinda's een voor een gaan uittellen. Al snel zal je kind aangegeven dat dat nou ook weer niet nodig is en begrijpen dat ongeveer even veel ook goed is.
Soms zal blijken dat het kind eigenlijk wel gelijk heeft en dat iets inderdaad niet helemaal eerlijk verdeeld is. Vaak zal dit mee vallen, maar ook dan is de jaloezie een signaal. Bijvoorbeeld dat beter aan het kind uitgelegd moet worden waarom een broer of zus iets heeft of mag. Of dat het kind even wat extra bevestiging en ondersteuning nodig heeft omdat het zich door omstandigheden onzeker voelt.
Belangrijk is het ook er voor te waken kinderen te veel met elkaar te vergelijken. Ieder kind is uniek en moet dit ook zo kunnen ervaren. Ieder kind heeft zijn eigen talenten en het is goed kinderen te leren dat ze niet alles hoeven te kunnen. Kinderen moeten ook regelmatig wat exclusieve aandacht krijgen en ervaren geliefd te zijn.
Wanneer er met het kind gesproken wordt over de jaloezie, is het allereerst goed om uit te zoeken waarover het kind precies jaloers is. Gaat het echt om dat ene snoepje of zit er iets anders achter. Daarna kan het kind dan geholpen worden te begrijpen waarom een ander kind iets heeft of mag. Bijvoorbeeld dat een oudere broer nog even mag opblijven en dat het kind dit ook mag wanneer het zo oud is als de broer. Of dat de buurjongen zijn zwemdiploma heeft gehaald en daarom die mooie auto kreeg. Het kan dan ook helpen het kind te laten zien wanneer het kind weer aan de beurt is (wanneer jij zo oud bent als je broer..., wanneer jij je rapport krijgt.... etcetera) of te laten zien wat het kind zelf al heeft of mag ( jij hoeft omdat je jonger bent nog niet zelf je brood klaar te maken, jij kreeg een doos lego toen je zwemdiploma haalde etcetera)
Gun je kind ook bepaalde dingen voor zichzelf. Niet alles hoeft gedeeld te worden. Zolang het kind maar wel in staat is tot delen, geeft het niet wanneer het bepaalde dingen voor zichzelf wil houden. Dat is zijn of haar goed recht.
Bij het tegengaan van jaloezie kan het ook heel goed werken de aandacht te richten op de dingen die goed gaan, die positief zijn. Wanneer een kind dat regelmatig jaloers is, geen jaloezie laat zien wanneer een ander iets mag of heeft, is het verstandig het kind te laten weten hoe zeer je dit waardeert. En zeker wanneer een kind een ander kind iets gunt of geeft, werkt het enorm stimulerend om hier aandacht aan te geven en waardering voor te laten blijken. Door je kind hiervoor een compliment te geven en je kind ook te laten zien hoe blij het het andere kind gemaakt heeft, leer je je kind het plezier van het delen en geven ervaren. Ook dat kan jaloezie tegen gaan.
Meer algemene zaken zoals kinderen leren naar elkaar te luisteren, elkaar ruimte te gunnen om te zijn wie ze zijn en het opbouwen van zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld, kunnen ook jaloezie helpen voorkomen.
Een boekje lezen over jaloezie kan kinderen helpen zien dat ze niet de enige zijn met dit soort gevoelens. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Thomas wil niet jaloers zijn, Marie-Louise Sekreve (4 tot 7 jaar)
- Genoeg liefde voor twee, Jane Chapman (4 tot 7)
- Kleine Ezel en jarige Jakkie, Rindert Kromhout (4 tot 7 jaar)
- Ridder Tim is een beetje jaloers, Judith Koppens ( (4 tot 7 jaar)
- Kleine tractor is jaloers, Natalie Quintart (4 tot 7 jaar)
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis