Als je kind slaat

Slaan, bijten, krabben, veel jonge kinderen laten wel eens wat agressief gedrag zien. Het is goed begrip te tonen voor de emoties van het kind, maar het kind ook te leren dat het een ander nooit pijn mag doen.




Opvoeden-met-plezier-boek

Opvoeden met plezier beantwoordt de 48 meestgestelde opvoedkundige vragen over kinderen van 0 tot 7 jaar. Ouders kunnen hiermee op een positieve manier bijsturen bij de problemen en vragen waar ze in de dagelijkse opvoeding tegenaan lopen. Hier meer informatie
instagramopvoedadvies
facebookopvoedadvies
twitteropvoedadvies
Als je kind slaat

Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - oktober 2005

Bijna ieder kind laat vroeger of later wel eens agressief gedrag zien, het slaat, schopt of bijt, Wanneer dit dan ook eens een keer gebeurt zullen dan ook maar weinig ouders zich meteen zorgen maken. Maar wanneer het gedrag zich vaker gaat voordoen kunnen er wel zorgen ontstaan en zullen ouders zich gaan afvragen waar dit gedrag vandaan komt en hoe er het beste op gereageerd kan worden. Want hoe leer je een kind dat slaan weer af?
boos slaan
Slaan op de dreumesleeftijd

De eerste fase waarin we het slaan tegen komen is de dreumesfase. Sommige baby's beginnen ook al met slaan, maar meestal steekt het slaan pas na het eerste levensjaar de kop op. Het kindje van één ontdekt steeds meer dat het een eigen persoon is met een eigen wil en eigen wensen. En helaas voor het kindje gaat de wereld om zich heen niet altijd mee in deze wensen. Een dreumes is nog te klein om dit te begrijpen. Voor een dreumes draait de wereld nog helemaal om hem of haar. En wanneer iets dus niet gaat zoals het kindje dit wil, kan dit tot grote boosheid en frustratie leiden. En jonge kinderen uiten hun boosheid over het algemeen nog heel basaal en fysiek, ze gaan slaan, schoppen of bijten. Op deze leeftijd hebben kinderen hun impulsen ook nog niet goed onder controle en doen ze voor dat zij denken. Bij wat oudere dreumesen (boven de ander half) zien we vaak dat ze achteraf wel weer weten dat ze niet mogen slaan, maar dan is het al gebeurd.

Een dreumes kan zich ook nog niet in een ander verplaatsen en zal zich dus niet realiseren dat hij een ander pijn kan doen, ook al wordt dit het kind steeds weer vertelt. Daarvoor leeft een dreumes nog te veel vanuit zijn of haar eigen gevoel.
Soms zie we wel dat kinderen bij het slaan of bijten zelf al 'au' roepen, waardoor het lijkt alsof zij wel beseffen dat ze de ander zeer hebben gedaan, maar dat is niet het geval. Deze kinderen hebben een aantal keren na het slaan of bijten 'au' te hoen gekregen en denken nu dat dit dus hoort bij het slaan. Maar ze geven hiermee zeker niet aan dat ze begrijpen dat het slaan zeer doet.

Een dreumes slaat over het algemeen uit boosheid of frustratie. Een dreumes beschikt natuurlijk ook nog niet over veel andere middelen om boosheid te uiten, praten kan het kind nog onvoldoende.
Het is dan ook goed om begrip te tonen voor de gevoelens achter het slaan, de boosheid of frustratie, maar ook duidelijk aan te geven dat dit gedrag ongewenst is. Steeds weer zal het kindje geleerd moeten worden dat slaan niet de juiste manier is om gevoelens van boosheid te uiten. Het kind in bedwang houden of even apart zetten kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. Het kind krijgt op deze manier geen extra aandacht met het slaan, hetgeen het slaan enkel interessanter zou maken. Omdat te veel aandacht rond het slaan, het slaan enkel in stand zal houden is het dan ook belangrijk niet te heftig te reageren op het slaan. Hard 'au' roepen of erg boos worden, maakt het slaan enkel maar interessanter en het kind zal opnieuw gaan proberen deze reactie uit te lokken.
slaan uit woede
Het kindje word ouder

Wanneer het kind ouder wordt gaat het steeds beter begrijpen dat het een ander zeer kan doen en dat slaan echt niet mag. Maar dit heeft lang niet altijd als gevolg dat er niet meer geslagen wordt.
Op de peuterleeftijd gaan we steeds meer dwars gedrag zien en steekt de peuterpuberteit de kop op. Het kind wil steeds meer, maar het loopt steeds weer tegen de eigen of andermans grenzen aan. Het kind kan of mag bepaalde dingen nu eenmaal nog niet.

Niet mogen kan tot grote woede leiden, woede die ook op deze leeftijd vaak nog erg fysiek geuit wordt. Het kind moet leren dat dit niet toegestaan is en dat dit ook niet de manier is om je zin door te drijven. Het is dan ook belangrijk om niet toe te geven wanneer een kind gaat slaan of schoppen. Maar het is ook op deze leeftijd nog belangrijk er niet te veel ophef over te maken. Het kind beseft over het algemeen meteen na het slaan wel dat dit een verkeerde reactie was. Erg boos worden heeft dan enkel het effect dat het kind hierdoor nog bozer wordt en mogelijk weer de controle verliest en opnieuw gaat slaan. Of het kind krijgt het idee zo de aandacht op te kunnen eisen waardoor het slaan toeneemt in plaats van afneemt.

Omdat de boosheid vaak voortkomt uit frustratie uit het niet mogen van dingen, kan het goed voor ouders zijn om een aantal punten te kiezen waarbij het kind wel wat meer de eigen zin mag volgen. Zo leert het kind toch dat het een eigen mening mag hebben en dat het soms ook inspraak heeft. Maar hier tegen over staan ook een aantal vaste regels waaraan het kind zich gewoon moet houden. Want dat moet het kind natuurlijk ook leren, dat je ook rekening moet houden met de wensen van anderen en dat het niet altijd zo kan gaan zoals jij dat wilt. Ouders met een kind dat slaat doen er goed aan te bekijken op welke punten zij hun kind wat keuzevrijheid kunnen geven en op welke punten er gewoon duidelijke regels zijn.

Niet kunnen is voor een kind vaak nog frustrerende dan niet mogen. Het geeft het kind vaak een gevoel van onmacht. Sommige kinderen reageren hierop door zich terug te trekken, stil te worden en maar niet meer te proberen. Andere kinderen worden door hun gevoel van onmacht boos en opstandig en gaan dit uiten in slaan en schoppen. Ze proberen hun onzekere gevoelens te overschreeuwen en zich groter of stoerder voor te doen dan ze werkelijk zijn. Ook in deze situatie is het belangrijk niet te veel aandacht te besteden aan het slaan, maar wel duidelijk aan te geven dat dit gedrag niet geaccepteerd wordt. Hierna kan het kind dan geholpen worden bij datgene dat nog niet lukte. Deze boosheid over het nog niet kunnen kan zowel voortkomen uit te hoge eisen die het kind aan zich zelf stelt, maar het kan ook voortkomen uit te hoge eisen die door de ouders aan het kind gesteld worden. Het is dan ook belangrijk bij een kind dat vaak slaat uit frustratie over wat het nog niet kan, veel complimenten te geven voor dat wat het kind wel al kan, zodat hier meer de nadruk op komt te liggen dan op wat het kind nog niet kan.

Slaan kan ook een manier zijn om aandacht te krijgen. Iedere ouder zal reageren op slaan en dus krijgt het kind direct aandacht met het slaan. Dit zoeken naar aandacht kan voortkomen uit jaloezie. Jaloezie omdat het kind het gevoel heeft dat het minder aandacht krijgt dan het jongere broertje of zusje, maar ook jaloezie omdat de oudere broer of zus dingen mag die het kind nog niet mag. Het is bij slaan uit een behoefte aan aandacht, belangrijk om het motief achter het zoeken van aandacht vast te stellen en hier begrip voor te tonen. Door wat extra aandacht te geven op momenten dat het kind gewenst gedrag laat zien, leert het kind dat het niet hoeft te gaan slaan om aandacht te krijgen. Het slaan moet daarnaast natuurlijk wel afgekeurd worden en bestraf wanneer het te vaak gebeurd.

Maar een kind kan ook gaan slaan uit angst. Het kind slaat dan letterlijk uit angst om zich heen. Wanneer een kind prikkelbaar is, veel ruzie lijkt te zoeken en erg loopt te snauwen en daarnaast begint te slaan op momenten dat hij of zij iets moet doen wat het liever niet doet (naar bed moeten, alleen moeten zijn, in bad moeten, naar de peuterspeelzaal etcetera) is de kans groot dat er sprake is van angst die overschreeuwd wordt door een agressieve reactie. Het is op deze momenten belangrijk vooral aandacht te besteden aan de angst achter het slaan. Wanneer de nadruk te veel komt te liggen op het slaan wordt er te veel voorbijgegaan aan de gevoelens van het kind en zal het kind zich niet begrepen voelen. Door het kind te helpen bij het overwinnen van de angst, kan het slaan meestal stop gezet worden.
slaan uit boosheid
Het slaan van andere kinderen

Er is ook een groep kinderen die in de thuissituatie niet slaan, maar bij wie we het slaan, duwen of bijten alleen zien in het contact met leeftijdgenoten. Een flinke groep peuters vindt het nog moeilijk om te gaan met leeftijdgenoten. Peuters spelen nog niet met elkaar, maar meer naast elkaar. En vooral eigen speelgoed delen is erg moeilijk, al kan het ook moeilijk zijn om een stuk speelgoed dat het kind net op het oog had te moeten af te staan. Peuters gaan ook nog erg uit van hun eigen behoefte en staan nog weinig stil bij wat hun gedrag voor een ander betekent. Dat ze een ander echt pijn doen is iets dat ze toch nog onvoldoende begrijpen.

Het leren van sociale vaardigheden is iets wat helemaal hoort bij de peuterleeftijd, maar ook iets waarbij het kind goed begeleid moet worden. Door het spel te begeleiden, af te leiden wanneer er moeilijke situaties ontstaan en in te grijpen wanneer een kind gaat slaan of schoppen. En een peuter mag het dan moeilijk vinden zich te verplaatsen in een ander, het is wel belangrijk uit te leggen en het kind te laten invoelen wat het andere kind voelt. Het helpt dan vaak het kind te laten bedenken wat het er van zou vinden wanneer een ander kind hem of haar zou slaan of schoppen. We zien soms dat ouders het kind een tik terug geven, om het kind te laten voelen dat slaan zeer doet. Dit is zeer af te raden. Het kind krijgt op deze manier een geheel verkeerd voorbeeld, want waarom zou het kind niet slaan wanneer de ouder ook een tik geeft. En een peuter die een tik krijgt denkt niet "hè, slaan doet zeer, dat moet ik niet bij een ander doen" maar denkt enkel "dat doet zeer" en zal enkel zeer verontwaardigd zijn en niet het verband leggen met hoe het voor een ander voelt wanneer de peuter zelf gaat slaan.

Het is bij peuters ook vaak gewoon nog het zoeken naar een manier om contact te maken, en dit kan heel verkeerd aangepakt worden. Het is dan ook belangrijk niet alleen het slaan of duwen af te keuren, maar het kind ook te leren hoe het op een goede manier contact kan maken of hoe het kan reageren op een vervelende situatie.

Wanneer het kind de kleuterleeftijd bereikt kan het kind zich al veel beter uiten door te praten en heeft het kind al veel geleerd op het gebied van sociale vaardigheden. Maar natuurlijk krijgen kinderen op deze leeftijd (en op iedere andere leeftijd) nog ruzie en valt er nog regelmatig een klap. En dat hoeft helemaal niet te geven. Kinderen leren ook veel van ruzie maken. Ze leren voor zichzelf op te komen, zich in te leven in een ander en ook te geven en te nemen. Het beste is het dan ook ruzies tussen kleuters in eerste instantie een beetje op zijn beloop te laten. Maar wanneer het uit de hand loopt en er echt rake klappen vallen is het natuurlijk wel zaak in te grijpen en de kinderen uit elkaar te halen en apart te zetten. Wanneer de rust weer weergekeerd is, is het goed om met beide kinderen te praten en de ruzie uit te praten. Het is belangrijk om degene die is gaan slaan hier op aan te spreken, maar ook te kijken naar de rol van het andere kind. Natuurlijk is dit geen excuus voor slaan, maar kinderen die gaan slaan kunnen soms eerst enorm uitgedaagd zijn. Het is dan goed om dit ook te bespreken en af te keuren. De kinderen leren zo de ruzie op te lossen zonder te slaan. En er kan dan ook besproken worden hoe de ruzie anders opgelost had kunnen worden zodat er niet geslagen, geduwd of geschopt zou zijn.
slaan tijdens ruzie
In het verlengde van het bovenstaande ligt het slaan als reactie op het slaan door een ander, het kind slaat terug. Sommige ouders geven dit ook als advies aan hun kind: "sla maar gewoon terug". Op zich een begrijpelijke reactie, maar over het algemeen niet erg effectief. En het kind krijgt ook hiermee de boodschap dat slaan dus een normale reactie is. Het kind laat zo wel zien dat het niet over zich heen laat lopen, maar er ontstaat zo een situatie waarin de kinderen elkaar kunnen blijven (terug)slaan. Het is dan ook belangrijk in dit soort situaties niet te snel met een oordeel te komen of partij te kiezen. Het is goed om aan beide kinderen te laten weten dat het slaan niet toegestaan is en dan uit te zoeken wat er precies gebeurd is. Al is dat soms ook gewoon niet mogelijk en dan is het het beste aan te geven dat beide kinderen aan het slaan waren en dat ze dus even schuldig zijn aan de ruzie.

Schoppen, slaan, bijten

Dat jonge kinderen soms erg fysiek reageren is heel begrijpelijk. Het is dan ook goed om begrip te tonen. maar daarnaast is het ook belangrijk het gedrag af te keuren en het kind andere manier te leren om boosheid of frustratie te uiten. Zodat het wat oudere kind niet meer zo fysiek omgaat met deze gevoelens. Want op een wat oudere leeftijd wordt schoppen en slaan niet meer als een begrijpelijke reactie gezien en dan ook niet meer getolereerd. Een wat ouder kind hoort te beschikken over andere mogelijkheden om boosheid, angst of frustratie te uiten.

De volgende boeken over slaan ( of bijten en schoppen) en boosheid zijn goed te gebruiken om een gesprek te starten met uw kind over dit gedrag.
Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Niet slaan, Anna, Kathleen Amant (1 tot 3 jaar)
- Niet bijten Anna, Kathleen Amant (1 tot 3 jaar)
* Ik ben woedend - Dagmar Geisler (4 tot 7 jaar) (zie ook onze recensie)
* Wat kun je doen als je te snel boos bent - Dawn Heubner (geschikt vanaf ± 6 jaar)
* Een vulkaan in mijn buik, Warwick Pudney, (praktische gids voor ouders, hulpverleners en docenten)

Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis





Literatuur :
Staal, I. (1997) Schelden, schoppen, slaaan. Opvoedingsreeks Stichting Jeugsinformatie Nederland, Utrecht.

Slaan, bijten, krabben, veel jonge kinderen laten wel eens wat agressief gedrag zien. Het is goed begrip te tonen voor de emoties van het kind, maar het kind ook te leren dat het een ander nooit pijn mag doen.




Opvoeden-met-plezier-boek

Opvoeden met plezier beantwoordt de 48 meestgestelde opvoedkundige vragen over kinderen van 0 tot 7 jaar. Ouders kunnen hiermee op een positieve manier bijsturen bij de problemen en vragen waar ze in de dagelijkse opvoeding tegenaan lopen. Hier meer informatie
Auteursrechten nadrukkelijk voorbehouden