Mam, ik verveel me !
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - april 2007
Het is woensdag middag, het is stralend weer buiten en je kind hangt op de bank. Op de vraag of het kind niet iets gaat doen, volgt een diepe zucht en de mededeling: "Ik verveel me." De daarna aangereikte suggesties voor een activiteit worden allemaal weggewimpeld met een diepe verzuchting: "Nee, daar heb ik geen zin in."
Welke ouder herkent deze situatie niet? Bijna ieder kind verveelt zich wel eens. Dat een kind dat zich verveelt voor de ouders lastig en storend kan zijn en boosheid en irritatie kan oproepen is begrijpelijk. Maar betekent dit dat de verveling dus opgeheven moet worden? En zo ja, moeten de ouders daar een rol in spelen?
Kinderen zijn uit zichzelf actief en ondernemend, ze hebben een enorme drang om zich te ontwikkelen. Zonder deze drang tot ontwikkeling zouden dreumesen niet gaan lopen of praten, peuters geen sociale contacten gaan leggen en kleuters niet de stap gaan maken naar het leren lezen. Kinderen willen graag spelen, ontdekken en ondernemen. En toch slaat bij ieder kind soms de verveling toe.
Drs. Tamar de Vos - van der Hoeven - april 2007
Het is woensdag middag, het is stralend weer buiten en je kind hangt op de bank. Op de vraag of het kind niet iets gaat doen, volgt een diepe zucht en de mededeling: "Ik verveel me." De daarna aangereikte suggesties voor een activiteit worden allemaal weggewimpeld met een diepe verzuchting: "Nee, daar heb ik geen zin in."
Welke ouder herkent deze situatie niet? Bijna ieder kind verveelt zich wel eens. Dat een kind dat zich verveelt voor de ouders lastig en storend kan zijn en boosheid en irritatie kan oproepen is begrijpelijk. Maar betekent dit dat de verveling dus opgeheven moet worden? En zo ja, moeten de ouders daar een rol in spelen?
Kinderen zijn uit zichzelf actief en ondernemend, ze hebben een enorme drang om zich te ontwikkelen. Zonder deze drang tot ontwikkeling zouden dreumesen niet gaan lopen of praten, peuters geen sociale contacten gaan leggen en kleuters niet de stap gaan maken naar het leren lezen. Kinderen willen graag spelen, ontdekken en ondernemen. En toch slaat bij ieder kind soms de verveling toe.

Dit kan een lichamelijke oorzaak hebben. We zien vaak dat kinderen de dagen voordat zij ziek worden enorm hangerig zijn en verveling hoort hier zeker bij. Wanneer het kind dan eenmaal ziek is, kunnen de ouders de hangerigheid en verveling plotseling plaatsen. Maar ook gewoon vermoeidheid kan leiden tot verveling.
Een kind dat zich verveelt kan ook heel passief lijken, maar ondertussen best actief zijn. In verveling op de bank hangen kan namelijk ook een manier zijn om de vele indrukken van een dag te verwerken of om na te denken over dingen. Het kind lijkt dan heel passief te zijn maar is ondertussen heel druk aan het nadenken. Of het kind kan ook aan het fantaseren of dagdromen zijn. Een ouder die er steeds op aandringt dat je iets gaat doen of die steeds speelsuggesties aan de hand doet, kan voor het kind dan heel storend zijn.
Maar verveling kan ook een uiting zijn van boosheid en teleurstelling. Het kind wil bijvoorbeeld graag met de ouder een spelletje doen, maar de ouder heeft geen tijd. Of het kind had zich verheugd op het spelen met een vriendje en het vriendje blijkt niet te kunnen. Ook wanneer een kind op zijn kop gehad heeft over iets, zien we vaak dat het hierop reageert met passief gaan rondhangen. Het kind laat op deze manier zien geraakt te zijn door de boosheid van de ouders en nu niets meer te willen doen.
Maar verveling kan ook zeker ontstaan zonder aanwijsbare reden, meestal is dit het geval. Het kind weet gewoon even niets te verzinnen om te doen, zit niet zo lekker in zijn vel of heeft gewoon even zin om niets te doen. Vaak kunnen wat spelsuggesties van de ouder dan wel hulp bieden of het kind verveelt zich gewoon een tijdje. Want dat moet ook kunnen.

Zoals gezegd verveelt ieder kind zich wel eens en dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Maar wanneer een kind zich heel vaak verveelt is het wel goed om te gaan kijken hoe deze voortdurende verveling ontstaat.
Sommige kinderen hebben nooit geleerd zichzelf te vermaken. De ouders hebben hen veel bezig gehouden of steeds spelmogelijkheden aangeboden, het kind heeft een druk programma waarbij het steeds bezig gehouden wordt of het kind is afhankelijk van vriendjes om tot spel te kunnen komen. Wanneer het kind dan alleen is, weet het niets te doen en valt dan weer terug op de ouders om activiteiten te verzinnen of het kind bezig te houden. En omdat sommige ouders het als vervelend ervaren wanneer hun kind zich verveelt, wordt hier gehoor aangegeven en wordt het kind niet zelf gestimuleerd de verveling op te heffen.
Een oplossing voor de verveling kan dan de TV zijn. Maar TV-kijken is een zeer passieve bezigheid waarbij het kind weinig tot geen eigen inbreng heeft. Het kind leert zo niet zichzelf te vermaken, want het kind wordt vermaakt.
Aanhoudende verveling kan ook ontstaan wanneer een kind weinig uitdaging ervaart aan het speelgoed dat het heeft. Dit kan komen doordat het kind speelgoed heeft dat eigenlijk niet helemaal aansluit bij de leeftijd van het kind of te weinig vraagt van de fantasie, creativiteit en eigen inbreng van het kind.
Maar een kind kan zich, vreemd genoeg, ook gaan vervelen wanneer de keuze uit het speelgoed te groot is. Het kind weet dan niet meer wat het moet kiezen, gaat van het ene stuk speelgoed naar het andere en komt steeds niet echt tot spel.
Ouders kunnen ongewild ook een rol spelen in het ontstaan van verveling. Ouders zijn een voorbeeld voor hun kinderen en wanneer ouders zelf regelmatig wat moe of passief zijn of regelmatig niets te doen, kan het kind dit gaan overnemen. Een actieve ouder stimuleert kinderen om ook actief te zijn.
Ook kunnen de verwachtingen van de ouders het kind beïnvloeden. Wanneer ouders regelmatig kritisch staan tegen over het spel van hun kind ('goh, je hebt buiten de lijnen gekleurd' , 'wat een troep is het in dat poppenhuis' , 'gil niet zo tijdens het spelen'. 'de buurjongen kan dat al wel, waarom jij nou niet') of wanneer ouders tijdens het spelen met het kind dingen veel beter doen dan het kind (b.v. een enorm hoge blokkentoren bouwen, een heel kunstige tekening maken, een spelletje steeds weer winnen etcetera) kan dit er voor zorgen dat het kind onzeker wordt in het spel en hierdoor veel spel maar gaat vermijden. Ook wanneer een kind merkt dat het in veel dingen minder goed is dan vriendjes kan dit ook voor deze onzekerheid zorgen.
Wanneer een kind voortdurend uit het spel gehaald wordt, door de ouders of door een broertje of zusje, kan dit er ook voor zorgen dat het kind er vanaf ziet nog te gaan spelen, met het idee dat het toch geen zin heeft omdat het niet de kans krijgt om het spel af te maken.
Verveling kan ook een al dan niet terechte vraag om aandacht zijn. Door duidelijk naar het kind aan te geven wanneer er wel en wanneer er geen aandacht voor het kind is, kan deze vorm van verveling voorkomen worden. Iedere dag wat exclusieve aandacht voor het kind, voorkomt dat het kind op minder prettige manier, zoals door verveling om aandacht gaat vragen.

Wanneer een kind zich zit te vervelen kan het goed zijn eerst eens te vragen waarom het kind zo rondhangt, zonder hier een oordeel aan te koppelen. Het kan goed dat het kind dan zelf al met een duidelijke verklaring komt zoals ik ben moe, ik heb ruzie met mijn vriendin, mijn bal is stuk etcetera. Er kan dan samen met het kind gezocht worden naar een oplossing. Maar het antwoord kan ook zijn: "ik verveel me." Als ouder kun je dan wat suggesties aan dragen voor spel. Maar het is verstandig niet te veel suggesties aan te dragen en hier zeker mee te stoppen wanneer er geen ander antwoord komt dan: "nee, daar heb ik geen zin in".
Zo af en toe ideeën aandragen kan best goed zijn, maar wanneer een kind steeds weer ideeën aangereikt krijgt, leert het niet zelf ideeën te verzinnen. De verantwoordelijkheid voor het spelen komt dan te liggen bij de ouders in plaats van bij het kind.
Beter is het dan om aan te geven dat het kind dan maar zelf iets moet verzinnen en daarna geen aandacht meer te besteden aan de verveling van het kind. Wanneer het kind merkt dat de ouder geen suggesties meer aandraagt, maar ook geen aandacht meer schenkt aan het kind en niet boos wordt en het kind dus enkel zichzelf raakt met de verveling, zien we over het algemeen dat het na enige tijd toch iets verzint om te doen. Hierdoor wordt je zoon/ dochter gestimuleerd zelf oplossingen te verzinnen voor de verveling en wordt de creativiteit en zelfstandigheid van je kind gestimuleerd. Wanneer een kind in het begin hier nog moeite mee heeft kan het wel wat op weg geholpen worden, door bijvoorbeeld aan te raden eens bij de knutselspullen te kijken, naar buiten te gaan of het samen het speelgoed op te ruimen zodat je kind weer ander speelgoed tegenkomt.
En soms komt een kind toch gewoon niet tot spel en blijft zich vervelen. Het beste is het dan om dit te accepteren en dit toch de verantwoordelijkheid van het kind te laten zijn. Wel belangrijk hierbij is het om wel grenzen te stellen. Rond hangen mag, maar anderen gaan vervelen, gaan lopen zeuren of klieren, rondhangen op straat of TV gaan kijken of achter de computer gaan zitten op een moment dat dit niet volgens de afspraak is, kan beter niet toegestaan worden. TV kijken of computer gaan spelen zijn te gemakkelijke oplossingen voor verveling en anderen mogen geen last hebben van de verveling van het kind. Door deze grenzen te stellen leert je kind dat het echt alleen zichzelf benadeelt met het zich vervelen en dit zal zeker een stimulans vormen om toch oplossingen te verzinnen voor de verveling.
Vervelen mag !
Vaak kan verveling best aangepakt worden, maar dit hoeft niet altijd. Het kan soms ook goed zijn voor een kind om zich even te vervelen. Het kan voor wat rust zorgen, het kind wat tijd geven om wat na te denken of wat te dagdromen of gewoon om even helemaal niets te doen. Want ook dat kan soms best prettig zijn, even niets hoeven doen.
Het is dan ook goed wanneer ouders proberen een balans te vinden in het stimuleren van hun kind met activiteiten thuis en buitenshuis (sport, clubje, vrienden uitnodigen, samen spelen, activiteiten aandragen om thuis te doen) en het toelaten dat het kind vrije tijd heeft waar het weinig tot niets mee doet.
Een boekje over verveling lezen biedt een bezigheid en meteen wat inzicht in het eigen vervelen. Voor meer informatie en de mogelijkheid om het boek te kopen bij bol.com klik je op de titel:
- Niets te doen, D. Lucas (3 tot 6 jaar)
- Wat Viktor voelt - Ik verveel me, Aurelie Chien Chow Chine (3 tot 7 jaar)
- Ik verveel me zo, Rocio Bonilla
- Kikker verveelt zich, Max Velthuijs (4 tot 7 jaar)
- Een Regenachtige Dag, Valeri Gorbachev (4 tot 7 jaar)
- Verveling, wat moet ik doen?, Jennine Staring (5 tot 8 jaar)
- Ik verveel me nooit, Meer dan 250 coole spelletjes en knutseltips, Peter Judson
Heeft u naar aanleiding van dit artikel vragen of wilt u een persoonlijk advies, dan kunt u hier terecht: Vraag per e-mail of advies aan huis